Casa Portiera ABC - Art, Books & Coffee
Marge‐
links

Home

Art, Books & Coffee

Gedicht op goed geluk

Mededelingen

Evenementen

Archief

Marge‐
Rechts
Inline‐
links

Terug

Een hals lag op de rails
en de trein reed die stuk en bleef krom stilstaan
en de machinist stapte uit met een lantaarn
en een andere man stapte ook uit
nadat hij zijn handen met water gevuld had.
Wat moet ik je verder vertellen als ik door zou praten?
Je moet mij bij mijn hand pakken
als wij ergens binnengaan zodat ik naar voren kan kijken.
Nu heb ik je alles wat ik gezien heb al verteld.
In vijf minuten heb ik je alle leuke verhaaltjes verteld.
Ik ga weer weg, ik vind dit te erg.

Uit: Langzaam en zacht – 1993 – De Bezige Bij

* * *

Nachoem Mesoelam Wijnberg (1961) groeide naar eigen zeggen op in een atheïstisch, maar traditioneel joods gezin, waar de Talmoed werd bestudeerd. Na de middelbare school studeerde hij aan de Universiteit van Amsterdam, hoewel hij aanvankelijk kunstschilder wilde worden. Aan deze universiteit deed hij in 1983 doctoraalexamen Nederlands recht en in 1984 doctoraalexamen Algemene economie.
Wijnberg was van 1985 tot 2001 als onderzoeker en docent verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en van 1990 tot 2001 als docent aan de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde in 1990 op een bedrijfskundig proefschrift. Sinds 2001 is hij hoogleraar Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij woont in Amsterdam.
Nachoem M. Wijnberg, die wars is van belangstelling voor zijn persoon, werkte mee aan diverse tijdschriften, zoals Hollands Maandblad, Maatstaf, De held, Nieuw Wereldtijdschrift, De Zingende Zaag, Armada en Yang. Voor zijn dichtbundel Geschenken ontving hij in 1997 de Herman Gorterprijs, de poëzieprijs van de stad Amsterdam.

Afgezien van enkele vroege, in Tirade gepubliceerde gedichten heeft het werk van Nachoem M. Wijnberg steeds een raadselachtige indruk gemaakt. Die raadselachtigheid is slechts zelden het gevolg van een ingewikkelde zinsbouw of het gebruik van moeilijk te duiden woorden. Het is veeleer de voorstelling van zaken of de gedachtengang die vraagtekens oproept.

Het gedicht ‘Terug’ is in dat opzicht atypisch. Vanuit het perspectief van een kind wordt in simpele taal een ongeluk beschreven: een trein over een brug, boven de rivier staat een regenboog. Maar dan gebeurt er iets gruwelijks, dat heel sec en beschrijvend verteld wordt door de ‘ik’. Pas in de volgende strofe klinkt emotie door als de ‘ik’ bij de hand wil worden gepakt en niet meer achterom of zijwaarts wil zien.

Bron: G.F.H. Raat in Kritisch lexicon van de moderne Nederlandstalige literatuur 1980-2015
Foto: © Literatuurmuseum

Inline‐
rechts